Direct naar artikelinhoud
ReportagePijnstillers

De dokter als dealer: ‘In Nederland is allang sprake van een stille opioïde-epidemie’

Steeds vaker worden in Nederland zware pijnstillers voorgeschreven, hoewel uit de VS bekend is dat ze te vergelijken zijn met heroïne. De Volkskrant sprak met vier patiënten die verslaafd raakten. ‘Als mijn vrouw de oxycodon niet had verstopt, was ik zo weer begonnen.’

en
Het veel voorgeschreven middel oxycodon is twee keer zo sterk als morfine.Beeld Krista van der Niet

Huisarts Jos van Bemmel uit Amersfoort schrikt als hij de brief van het ziekenhuis bekijkt. Het is het medicatieoverzicht van een van zijn patiënten, een 16-jarig meisje. Daarop staan de pijnstillers die ze mee naar huis heeft gekregen.

63 pillen oxycodon. Twee keer zo sterk als morfine.

‘Mijn God’, denkt Van Bemmel. ‘Dat kind gaat dood.’

Er staat niet bij wat ze heeft, maar Van Bemmel vreest het ergste. Kanker. Leukemie. Iets met verschrikkelijk veel pijn. Ongerust belt hij het meisje op. Ze vertelt dat haar amandelen zijn verwijderd. Die pillen? Daar is ze mee gestopt, omdat ze er draaierig van werd.

Verbijsterd kijkt Van Bemmel naar het briefje. Hij belt de kno-arts met de vraag of het klopt dat patiënten zulke sterke pijnstillers krijgen na een amandeloperatie.

‘Ja hoor’, zegt de kno-arts laconiek. ‘Dat is het protocol.’

Van Bemmel zegt dat hij het vreemd vindt: paracetamol of ijs helpen toch ook? Maar de kno-arts legt hem uit dat ze de pijn zo veel mogelijk willen beperken. Zorginstellingen worden tegenwoordig door de inspectie en door de Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen beoordeeld op ‘pijnscores’: hoe minder pijn, hoe beter het ziekenhuis scoort op kwaliteit. Het is een van de redenen dat ze zware pijnstillers geven.

‘Maar Jos’, zegt de kno-arts, ‘die pijn van zo’n amandeloperatie ís toch ook vervelend?’

Na het gesprek draait Van Bemmel de medicatielijsten van al zijn patiënten uit. Tot zijn verbazing ziet hij dat hij zelf via herhaalrecepten per jaar 20 duizend oxycodon-pillen voorschrijft. Een van zijn patiënten slikt zelfs 1.440 van die tabletten per jaar, zonder een echt goede reden – dat was aan zijn aandacht ontsnapt. Bij het tekenen van de tientallen herhaalrecepten per dag is hij tot dan toe vooral gespitst geweest op de kalmeringsmiddelen, de slaapmiddelen, de antidepressiva.

Niet op de pijnstillers.

‘Ik vroeg een collega-huisarts ook eens naar zijn dossiers te kijken’, zegt Van Bemmel. ‘Hij belde snel terug. Ook hij schreef zoveel voor. Hij schrok zich rot.’

Vergelijkbaar met morfine en heroïne

Oxycodon is een zware pijnstiller. Een opioïde, qua chemische samenstelling vergelijkbaar met morfine en heroïne.

Het middel werkt op korte termijn goed tegen pijn. Maar misschien wel iets té goed. Het gebruik van oxycodon stijgt de laatste jaren razendsnel, blijkt uit cijfers van de Stichting Farmaceutische Kengetallen. Kregen in 2011 in Nederland nog 148 duizend patiënten oxycodon, in 2017 was dat gestegen tot 439 duizend: een verdrievoudiging in zes jaar tijd.

Voorheen werd oxycodon vooral gebruikt voor terminale kankerpatiënten. Inmiddels schrijven artsen het ook bij lichtere klachten voor – na botbreuken, bij chronische rugpijn, gewrichtspijn of een hernia.

Maar niet zonder risico. Want oxycodonpillen hebben ook een donkere kant. ‘Als je deze pijnstiller langer dan dertig dagen gebruikt’, zegt anesthesioloog en pijnspecialist Monique Steegers van het Radboud UMC, ‘dan stijgt de kans dat je eraan verslaafd raakt.’

‘Het geeft een snelle rush’, zegt hoogleraar anesthesiologie Albert Dahan van het Leids Universitair Medisch Centrum. Oxycodon scoort in onderzoeken hoog op likeability, vertelt hij: gebruikers vinden het lekker. ‘Veel mensen krijgen er een euforisch gevoel van, nog sterker dan bij morfine. Maar om dat te bereiken, zijn steeds hogere doses nodig.’

En dan kan het misgaan, vooral in combinatie met alcohol of slaapmiddelen. Gebruikers stoppen met ademhalen, raken in coma, en in extreme gevallen overlijden ze.

In de VS is het aantal sterfgevallen door zware pijnstillers inmiddels zo duizelingwekkend dat de Drug Enforcement Administration sinds 2015 officieel spreekt van een ‘epidemie’ en een ‘opioïdencrisis’. Jaarlijks overlijden 14 duizend Amerikanen aan een overdosis oxycodon-achtige pijnstillers. Als alle opioïden worden opgeteld zijn er 42 duizend sterfgevallen per jaar – meer dan het aantal borstkankerdoden.

De afgelopen jaren overleden ook beroemdheden aan hun pijnstillerverslaving; muzikanten als Prince, Tom Petty en Dolores O’Riordan van The Cranberries.

In Nederland blijft het tot nu toe opvallend stil rond de pijnstillers. De Eerste Kamer stelde begin dit jaar weliswaar vragen over het toegenomen oxycodongebruik, maar staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) gaf vooral geruststellende antwoorden. ‘Voor zover bekend begeven de oxycodon-gebruikers zich in het medisch circuit’, schreef hij. Volgens hem was er geen reden tot ingrijpen.

Bij een gebruik van meer dan 30 dagen stijgt de kans op verslaving aan oxycodon.Beeld Krista van der Niet

Vormt oxycodon geen probleem zolang het door een dokter wordt voorgeschreven?

De Volkskrant sprak met vier oxycodonverslaafden die zeggen dat ze nooit aan het middel waren begonnen als ze van tevoren hadden geweten hoe verslaafd ze zouden raken. Allemaal kregen ze het van een arts. En allemaal beschrijven ze ontwenningsverschijnselen die doen denken aan het afkicken van heroïne.

‘Ik voelde me net Christiane F.’, zegt de 29-jarige Laura. Ze beschrijft scènes die zo afkomstig hadden kunnen zijn uit het beroemde boek over een Duits meisje dat aan de heroïne raakt. ‘Ik ging zweten, trillen, werd misselijk, kreeg maagkrampen en paniekaanvallen. Ik rolde en kroop over de vloer van de pijn. Ik heb alles bij elkaar geschreeuwd. Ik wilde niet meer leven.’

‘Ik liet mijn vrouw de pillen verstoppen’, vertelt Raymond (32). ‘Maar vervolgens werd ik zo agressief dat ze wel móést zeggen waar ze waren.’

De 46-jarige Gerard werkt in de zorg en is vader van twee jonge kinderen. Hij wil niet met zijn achternaam worden genoemd, om geen problemen te krijgen op zijn werk. Eind 2016 wordt hij geopereerd aan een nekhernia, voelt hij extreme zenuwpijnen en geven de artsen hem oxycodon.

‘In het begin werkte het’, zegt Gerard. ‘Het haalde de scherpe kanten van de pijn.’ Maar na twee weken begint zijn lichaam te ‘eisen’ dat hij zijn pillen neemt. ‘Het gekke was: ik kreeg ook pijn op onverklaarbare plekken, waar ik eerder nog geen pijn had gehad: mijn rechterschouder, mijn arm.’ Om het te onderdrukken neemt hij opnieuw oxycodon.

Na ruim een half jaar wil hij ervan af. Maar dan begint de misère.

‘De eerste keer stopte ik cold turkey. Nogal naïef. Ik vloog tegen de muren op van ellende. Een enórme pijn in mijn ledematen. Ik had het koud terwijl het niet koud was. Ik hield het niet lang vol.’ Hij is geen verslavingsgevoelig type, zegt hij. ‘Ik drink niet, heb nooit gerookt, sta stevig in mijn schoenen. Maar dit was niet te doen.’

Na drie mislukte stoppogingen maakt hij samen met zijn huisarts een plan om in een paar maanden af te bouwen, van 15 milligram naar 10, naar 5. ‘Ik hield mezelf voor: als het nu niet lukt, moet ik naar een afkickkliniek. Ik móést ervan af. Ik ben kostwinner, heb twee kinderen, dus ik was heel gemotiveerd. Maar het was een lijdensweg. Bij elke vermindering met 5 milligram heb ik tien dagen zo’n coldturkeybeleving gehad.’ Telkens kreeg hij pijn, koorts, en voelde hij zich bijna gek worden. ‘Ik werd zo onrustig dat de huisarts me kalmeringsmiddelen voorschreef.’

Als zijn vrouw de oxycodon niet voor hem had verstopt, was hij zo weer begonnen, zegt hij.

Toen hij eenmaal clean was, kon hij niet meer slapen. ‘Ik was drie weken lang 21 uur per dag wakker. ’s Nachts liep ik twintig keer de straat op en neer, om niet door te draaien.’ Pas maanden later is hij nu weer aan het werk. ‘Eerlijk gezegd denk ik dat ik ervan af ben gekomen door mijn sterke wil en omdat mijn vrouw me bij alles ontzettend steunt. Als je dat allemaal niet hebt, is stoppen eigenlijk niet te doen.’

Somber

Psychiater Arnt Schellekens van het Radboud UMC werd zich zes jaar geleden bewust van het probleem toen hij een patiënt kreeg doorverwezen met chronische pijn. Ze gebruikte grote hoeveelheden opioïden. ‘Die mevrouw had allerlei psychische stempels’, vertelt Schellekens, ‘onder meer een persoonlijkheidsstoornis. Toen we haar overzetten op een ander middel, werd ze een totaal ander mens. Voor ons was dat een eye-opener.’

Na een zoektocht door zijn ziekenhuis, ontdekte hij dat veel chronische opioïde-gebruikers depressief waren. ‘Die kunnen daar ook somber van zijn. Maar we merkten wel dat sommige mensen door opioïden geestelijk labiel worden en daardoor niet goed meer met de pijn kunnen omgaan.’

Pijnspecialisten in zijn ziekenhuis herkennen zijn verhaal. ‘Wij krijgen patiënten doorverwezen die torenhoge hoeveelheden oxycodon slikken’, vertelt anesthesioloog Monique Steegers. ‘Tegelijkertijd geven ze pijnscores van 8 of 9 op een schaal tot 10. Vaak vraag ik waarom ze dan slikken. Dan zeggen ze: ‘Maar ik heb zo’n pijn.’ Ik ben vaak de eerste arts die ze uitlegt dat oxycodon het lichaam eigenlijk gevoeliger maakt voor pijn.’

Wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat patiënten door opioïden op langere termijn juist meer pijn kunnen ervaren. Inmiddels schrijven specialisten in het Radboud standaard nog maar drie dagen oxycodon voor, in plaats van twee maanden.

Bij botbreuken

In de jaren negentig zette de Amerikaanse fabrikant Purdue Pharma oxycodon agressief in de markt. De producent beweerde een pil te hebben gevonden met een laag risico op verslaving, een doorbraak in de pijnbestrijding. Het middel kwam er juist in een periode waarin in de medische wereld de overtuiging groeide dat pijn tot dan toe systematisch was onderbehandeld. Artsen konden best wat minder krampachtig met pijnstillers omspringen.

Pas jaren later zou fabrikant Purdue worden veroordeeld tot boetes van meer dan 600 miljoen euro voor misleiding. De verkoop van oxycodon was toen allang tot ongekende hoogte gestegen.

Pijnstillerfabrikant sponsort Leidse Universiteit

De steenrijke familie achter Purdue Pharma, de fabrikant die oxycodon in Amerika agressief in de markt zette, doneerde sinds 1999 in totaal 2,5 miljoen euro aan de Universiteit Leiden. Het geld van de familie Sackler is onder meer gebruikt voor een leerstoel Amerikanistiek en een laboratorium voor astrofysica. De universiteit vindt niet dat die donaties ‘besmet’ zijn door de misstanden rond pijnstillerverslaving in de VS, liet zij in december weten toen de Volkskrant hierover publiceerde. ‘Dankzij de onbaatzuchtige generositeit van de Sacklers hebben we mooie dingen kunnen doen op het gebied van onderzoek en onderwijs’, aldus de universiteit.

Hoogleraar Albert Dahan uit Leiden, die ageert tegen het buitensporig voorschrijven van oxycodon, vindt niet dat zijn werkgever donaties van de familie Sackler zou moeten weigeren. ‘De manier waarop ze het middel hebben gepromoot, is een Amerikaanse kwestie, heel veel medicijnfabrikanten werken daar op die manier. De familie Sackler sponsort meerdere universiteiten. Het lijkt mij positief dat ze iets van wat zij heeft verdiend, op deze manier teruggeeft aan de maatschappij.’

Gijs Helmerhorst, die arts in opleiding is tot orthopedisch chirurg en die promotieonderzoek deed naar pijnbeleving bij botbreuken, werkte tien jaar geleden in een Amerikaans ziekenhuis. Daar viel hem op hoe gemakkelijk Amerikaanse artsen opioïden meegaven na een simpele breuk. ‘Ik was dat in Nederland toen helemaal niet gewend. Wij gaven het advies wat paracetamol te nemen als de pijn te erg werd, of ibuprofen. Het kwam eigenlijk niet voor dat mensen terugkwamen en zeiden: dokter, de pijn is niet te verdragen.’

Tien jaar later is dat ook in Nederland veranderd. ‘Ik zie steeds vaker patiënten die na een botbreuk oxycodon krijgen in het ziekenhuis’, zegt huisarts Marjan Tenk uit Vlaardingen. ‘Het gemak waarmee artsen deze pillen uitdelen, vind ik zorgwekkend.’ Ze herinnert zich dat ook in Nederland rond 2004 een stevige marketingcampagne is gevoerd voor oxycodon, met door de fabrikant gesponsorde cursussen. ‘Bij het bespreken van de sterkere opioïden werd oxycodon als eerste genoemd en daarna pas morfine, fentanyl en methadon. Ook werd gezegd dat oxycodon minder bijwerkingen had en veel veiliger was dan morfine.’

‘Toen ik in 1996 pijnspecialist werd, waren mensen nog panisch voor opiaten’, zegt pijnspecialist Monique Steegers. ‘Zelfs mensen met kanker weigerden toen morfine. Ze dachten: als ik dát krijg, ga ik dood.’ Gaandeweg werden specialisten en patiënten volgens Steegers minder huiverig. ‘Pijnspecialisten begonnen te geloven dat je niet verslaafd kon raken aan pijnstillers, zolang je maar pijn had. Ze dachten – ten onrechte – dat je er dan hoogstens wat tolerantie voor ontwikkelde.’

Dat beeld werkt nog altijd door. Zo staat er op websites van meerdere streekziekenhuizen de folder Fabels en feiten over opioïden, die stelt dat deze pijnstillers niet verslavend zijn. Op de site van het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven: ‘Bij opioïden hoeft men doorgaans niet bang te zijn voor verslaving of voor problemen met de ademhaling. Er is dus geen reden om terughoudend te zijn met pijnstillers.’

Volgens Steegers zijn niet alle pijnspecialisten ervan overtuigd dat er in Nederland een probleem is met oxycodon. ‘We moeten het kind niet met het badwater weggooien. Pijn ís ook vervelend.’

Maar voor Helmerhorst is het duidelijk: Nederland gaat de VS achterna in de normalisering van zware pijnstillers. In zijn spreekkamer in het Amsterdamse Slotervaart Ziekenhuis merkt hij dat patiënten vaker zelf om oxycodon vragen. ‘Ze denken dat ze het nodig hebben. Vaak hebben ze van een familielid gehoord dat die het ook kreeg na een breuk. Het kost echt moeite om uit te leggen dat opioïden geen goed idee zijn.’

In Nederland is allang sprake van een stille opioïde-epidemie, zegt hoogleraar anesthesiologie Albert Dahan van het LUMC. Hij schat dat 10 tot 20 procent van de patiënten verslaafd raakt. ‘Dat is niet zo zichtbaar, doordat deze mensen nog niet massaal in de verslavingszorg terechtkomen.’

Niet iedereen die een opioïde krijgt, raakt verslaafd, benadrukt hij. ‘Maar je moet het niet voorschrijven aan mensen die eerder verslaafd zijn geweest aan bijvoorbeeld alcohol.’

Opioïdencrisis

In Nederland gebruiken jaarlijks 1,3 miljoen mensen opioïden: zo’n 8 procent van de bevolking. Onder opioïden – alle medicijnen die zijn afgeleid van opium uit de papaverplant – vallen pijnstillers als pethidine, morfine, tramadol, methadon, oxycodon, fentanyl en carfentanil. Al deze stoffen werken op het centrale zenuwstelsel, blokkeren pijnsignalen en geven een euforisch gevoel. Oxycodon is twee keer zo sterk als morfine. Fentanyl, het middel waaraan Prince overleed, is bijna honderd keer zo sterk als morfine. Een van de sterkste pijnstillers onder de opioïden is carfentanil, ook wel ‘olifantendrug’ genoemd. Ook het illegale heroïne behoort tot de opioïden. In de VS stappen veel gebruikers over van heroïne op fentanyl of andersom.

De ‘opioïdencrisis’ in de VS is niet altijd goed zichtbaar: mensen overlijden in badkamers, slaapkamers of elders binnenshuis. Beroemde fotograaf Nan Goldin, die drie jaar verslaafd was aan oxycodon en nauwelijks meer buiten kwam, publiceerde onlangs een fotoserie over haar verslaving. Ze noemt dit de ‘donkerste periode uit haar leven’.

‘Het verslavendst van al’

Mensen zoals Laura (29). Vorig jaar sprong ze in een vlaag van wanhoop van haar balkon. Ze wilde niet meer leven en had een grote hoeveelheid alcohol en cocaïne ingenomen.

De ambulancemedewerkers vonden haar in het gras met een gebroken schouder. Een dag later mocht ze het ziekenhuis verlaten, op voorwaarde dat ze haar pillen nam. Oxycodon.

In haar flat in Breda vertelt ze dat de artsen geen uitleg geven over het middel. ‘Ik heb nooit advies gekregen hoe lang ik het moest nemen, wanneer ik moest stoppen.’ De bijsluiter leest ze niet.

‘Als ik oxycodon slik, komt er een soort rust over me heen’, zegt Laura, die voorheen aan het mbo studeerde. ‘Ik word vrolijker. Mijn hoofd is helder. Alles is kalm. Geen zorgen, geen pijn.’

Ze weet hoe het voelt, verslaving. Ze gebruikte van alles, misschien wel om de herinneringen aan haar eenzame jeugd in pleeggezinnen te vergeten. Cocaïne, ghb, xtc, cannabis, alcohol, speed. Dat was niets vergeleken bij deze pijnstiller, zegt ze. ‘Oxycodon is het verslavendst van allemaal.’

Ze slikt het middel maandenlang en krijgt zonder moeite herhaalrecepten. Geen enkele arts lijkt een verband te leggen met haar verslavingsgeschiedenis.

In mei laat ze zich opnemen in een afkickkliniek. Het wordt een mentale en fysieke lijdensweg. ‘Ik zat na een week in mijn kamer in de kliniek en keek naar de gordijnen. Ik vroeg me af wat ik daarmee kon doen. Toen wist ik: ik moet hier weg.’

Thuis probeert ze zelf opnieuw haar dagelijkse dosis te minderen, maar op het moment van het interview is ze weer terug op 15 milligram oxycodon per dag. ‘Ik had het moeilijk afgelopen weekend. Elke ochtend word ik depressief wakker. Dan neem ik een pil, na een uur gaat het dan beter.’ Ze begint te huilen. ‘Het beheerst mijn leven. Ik ben de hele tijd aan het vechten.’

Pijnbeleving

‘Artsen weten veel te weinig over de risico’s van opioïden’, zegt hoogleraar Dahan van het LUMC. ‘Ik ken specialisten die rustig tegen patiënten zeggen: neem het maar in met een glaasje wijn, terwijl die combinatie juist gevaarlijk is. Onlangs sprak ik een specialist uit mijn eigen ziekenhuis erop aan dat hij te veel opioïden voorschreef. Hij was verbaasd.’

Dat het gebruik stijgt, heeft volgens hem meerdere oorzaken. Zo vertellen artsen patiënten geregeld dat pijn lijden niet nodig is. ‘Het bestrijden van pijn wordt beschouwd als een recht’, zegt Dahan.

Daarnaast is pijnbeleving een factor waarop de inspectie ziekenhuizen beoordeelt en is het een van de tien factoren waarover ziekenhuizen zelf sinds 2014 cijfers publiceren in het zogenoemde Kwaliteitsvenster. Hoe minder pijn patiënten zeggen te ervaren na een behandeling, hoe beter het ziekenhuis scoort.

‘De klassieke, calvinistische houding om het nog even aan te kijken met de pijn, verdwijnt’, zegt Ruud Coolen van Brakel van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik. ‘Zowel bij artsen als bij patiënten.’

Daar komt bij dat ziekenhuizen om kosten te besparen patiënten tegenwoordig sneller naar huis sturen. ‘Ze willen niet dat patiënten daarna meteen weer bij de huisarts zitten met pijn’, zegt Dahan. ‘Dus geven ze sterke pijnstillers mee.’ Ook voor huisartsen is het een makkelijke uitweg, zegt hij. ‘Die hebben 10 minuten en als de patiënt met een ingewikkeld verhaal komt, ben je misschien geneigd snel zoiets als oxycodon voor te schrijven.’

Verslavingszorg

Hoeveel mensen in Nederland verslaafd zijn aan oxycodon is niet bekend. Ook weet niemand precies hoeveel mensen eraan overlijden: in Nederland worden mensen na hun dood niet standaard onderzocht.

Het DIMS-systeem van het Trimbos Instituut, dat registreert welke typen recreatieve drugs gebruikers op testlocaties laten onderzoeken, ‘ziet op dit moment geen meldingen van oxycodon op de drugsmarkt’, schreef staatssecretaris Blokhuis in februari aan de Kamer. ‘Daarnaast is er op dit moment ook geen toename van de hulpvraag vanwege verslaving aan medicatie die opiaten bevat’, stelt hij.

Verslavingsarts Thomas Knuijver van ggz IrisZorg betwist dat. ‘De metingen gaan over heroïneverslaafden’, zegt hij. ‘De mensen met pijnstillerverslaving worden vrijwel niet geregistreerd, omdat ze niet aankomen bij de verslavingszorg. Die blijven hangen bij de huisarts of de specialist. En daarmee blijft de grootte van het probleem onbekend.’

In zijn eigen spreekkamer ziet Knuijver wel degelijk een toename. Zo krijgt hij op zijn afdeling voor opiaatverslaving voor de regio Arnhem wekelijks 1 tot 3 nieuwe patiënten die afhankelijk zijn van oxycodon. ‘Het is echt iets van de laatste twee jaar, dat we dat meer zien.’ Hij vermoedt dat dit het topje van de ijsberg is, omdat de drempel naar de verslavingszorg hoog is.

Er zit altijd een vertraging tussen de toename van het gebruik en de groei van het aantal verslaafden, zegt psychiater Arnt Schellekens van Radboud umc, tevens voorzitter van de afdeling Verslavingspsychiatrie bij de beroepsvereniging NVvP. Hij spreekt nog niet van een epidemie, maar ziet wel alarmerende signalen. ‘Het aantal mensen met opiaatvergiftigingen op de spoedeisende hulp steeg van 200 in 2000 naar 700 vorig jaar. Ook het aantal opiaatdoden stijgt, terwijl het jarenlang daalde.’

Op de website Drugsforum weten de ‘recreatieve’ gebruikers wel raad met oxycodon. Daar vertellen ze elkaar hoe ze de pillen crushen, snuiven, roken, shotten of chinezen. ‘Nasaal hakt ’t er harder in dan oraal’, tipt ene Poseidon.

Een zwarte markt is er ook. Zo bieden verkopers oxycodon aan op Tweedehands.nl.

Sinds november vorig jaar waren er zeker drie rechtszaken tegen medewerkers van zorginstellingen en een medicinaal afvalverwerkingsbedrijf, die oxycodon verduisterden voor eigen gebruik of om illegaal te verkopen.

Waarschuwen

Jos van Bemmel zegt dat bij elke dienst die hij draait in de huisartsenpost gemiddeld één patiënt aan oxycodon of een andere opioïde probeert te komen, buiten de eigen huisarts om. ‘Recepten worden vervalst, patiënten hangen verhalen op over apotheken die net gesloten zijn, over rugpijn – ze weten precies wat ze moeten zeggen.’ En ze zijn niet de enigen. ‘Ik ken in mijn eigen omgeving al twee artsen en enkele goede bekenden die het zelf ook slikken.’

Hij vindt het zijn verantwoordelijkheid te waarschuwen en schreef een alarmerende column in het vakblad Medisch Contact, onder de kop ‘Oxycodon, een nieuwe heroïneplaag’.

Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft vanwege zijn verhaal al besloten tot maatregelen, zegt specialist farmacotherapie Monique Verduijn. Vorige maand werd de zogenoemde ‘Standaard Pijn’ aangepast. Daarin staat nu dat de patiënt voor een herhaalrecept van opioïden eerst opnieuw moet worden gezien. ‘Ook is toegevoegd dat opioïden niet geschikt zijn voor patiënten die eerder last hadden van middelenafhankelijkheid, inclusief alcohol en roken.’

Maar, voegt Verduijn toe, de Standaard Pijn is een advies aan huisartsen, geen ijzeren wet. ‘Het kan dus nog even duren voor we hier een kentering in zien.’

Zelf voerde Van Bemmel inmiddels gesprekken met alle ‘grootgebruikers’ in zijn praktijk. Hij hielp hen bij het afbouwen. ‘Die patiënten reageerden heel blij dat het ook zonder kan’, zegt hij. ‘Ze waren opgelucht. Niemand krijgt van mij nu nog oxycodon, of er moet een verdomd goede reden voor zijn.’